INEA voert een speciale regeling in voor medewerkers met een adoptieachtergrond: het rootsreisverlof. Met dit verlof kunnen medewerkers eens per vijf jaar betaald vrij nemen om terug te gaan naar hun land van herkomst. Het doel is om je genetische en culturele wortels te herontdekken of familie te zoeken of ontmoeten. Na terugkomst kunnen medewerkers nog verlof opnemen voor verwerking van de reis.
Waarom deze regeling?
INEA vindt het belangrijk dat medewerkers die zelf geadopteerd zijn, voldoende ruimte krijgen om hun identiteit en achtergrond te onderzoeken. Dat past bij de opdracht die INEA kreeg vanuit het ministerie van Justitie en Veiligheid om oog te hebben voor de behoeften van mensen met een adoptieachtergrond. INEA wil daarin als organisatie een voorbeeld zijn en andere organisaties motiveren om deze mogelijkheid ook aan te bieden aan hun geadopteerde medewerkers. Door hierin te voorzien zet je als organisatie het welzijn van geadopteerden en andere personen met interlandelijke afstammingsvraagstukken centraal.
Hoe werkt het?
Medewerkers kunnen rootsreisverlof aanvragen als zij minstens één jaar in dienst zijn. Het verlof is bedoeld voor reculturatie, het zoeken naar biologische familie of het ontmoeten van familieleden in het land van herkomst. Als familie zich elders bevindt, mag het verlof ook daar gebruikt worden.
Rootsreizen kunnen emotioneel zwaar zijn en zijn niet te vergelijken met vakantie. Door hier bewust ruimte voor te maken, erkent INEA het persoonlijke karakter van deze reizen en de impact die ze kunnen hebben. Het rootsreisverlof draagt zo bij aan het welzijn én de duurzame inzetbaarheid van medewerkers.
INEA evalueert de regeling in 2026, of eerder als dat nodig is. Ook blijft INEA zich inzetten om het thema rootsreisverlof breder op de agenda te zetten, bijvoorbeeld in cao-afspraken.




