Op 4 juni 2024 organiseerde het Nationaal Archief in Den Haag een informatieavond voor interlandelijk geadopteerden. Tijdens deze bijeenkomst werd uitgelegd welke adoptiedossiers momenteel beschikbaar zijn en hoe de overdracht van de dossiers van de Raad voor de Kinderbescherming naar het Nationaal Archief verloopt. Daarnaast werd er op 25 juni een reflectiebijeenkomst voor belangenorganisaties gehouden waar verdere stappen en ontwikkelingen rondom adoptiedossiers en de afbouw van interlandelijke adoptie werden besproken. Het ministerie van Justitie en Veiligheid benadrukte het belang van zorgvuldige overdracht en nazorg, waarbij ook aandacht werd besteed aan de behoeften en rechten van geadopteerden en hun biologische oudersIn het Nederlands gebruiken we veel verschillende woorden voor ouders na afstand en adoptie. Iedereen gebruikt eigen woorden voor deze relaties en geeft een eigen betekenis aan deze woorden. Dat betekent dat twee personen hetzelfde woord op een andere manier kunnen interpreteren en gebruiken. Ook kunnen verschillende woorden, verschillende emoties oproepen. Dat betekent dat hetzelfde woord voor twee mensen anders kan voelen. Via een vragenlijst onderzocht INEA welke woorden we als expertisecentrum interlandelijke adoptie in wording het beste kunnen gebruiken. De uitkomst hiervan helpt ons om bepaalde woorden te kiezen. We zijn ons ervan bewust dat elk woord dat we uiteindelijk kiezen voor iedereen persoonlijk voordelen en nadelen kan hebben. We volgen als INEA de huidige maatschappelijke en wetenschappelijke discussie rondom het gebruik van taal met veel aandacht en blijven ons taalgebruik, in samenspraak met de Redactieraad en de Adviesraad, evalueren en waar nodig aanpassen..
Op 4 juni 2024 vond er een informatieavond bij in het Nationaal Archief (NA) in Den Haag plaats. Deze bijeenkomst informeerde interlandelijk geadopteerden over de overdracht van adoptiedossiers naar het NA. Tijdens de avond werd toegelicht welke adoptiedossiers momenteel beschikbaar zijn bij het NA, waaronder:
- Archief Centrale Adoptieraad (1957-1974)
- Archief Centrale Adoptie Documentatie (1974-1999)
- Archief Raad van Kinderbescherming (tot geboortejaar 1969)
- Archieven Zuid-Hollandse rechtbanken (tot 1989)
- Archief Immigratie en Naturalisatiedienst (vanaf ca. 1994)
- Archief ministerie van Binnenlandse Zaken (1970-1985)
Sinds 17 juni kunnen ook dossiers van vóór 1970 uit het archief van de Raad voor de Kinderbescherming bij het NA worden opgevraagd. De overdracht van dossiers van na 1970 is nog in voorbereiding.
INEA stelde vragen die vanuit het veld zijn gesignaleerd, zoals hoe de volledigheid van dossiers wordt gewaarborgd en of er een mogelijkheid is tot het maken van kopieën. Bij de NA is dit vooralsnog niet mogelijk in verband met de kopiewet. Wel zijn ze een pilotstudie gestart, waarbij ze verkennen hoe hierin wellicht in een later stadium wel kan worden gefaciliteerd. Het NA benadrukte dat het ministerie van Justitie en Veiligheid het proces van overdracht leidt en dat inzage in de dossiers kosteloos is, met een wachttijd van zes weken.
Het NA biedt advies over relevante archieven en helpt bij het proces van inzage. Geadopteerden kunnen hun verzoek indienen via de website van het Nationaal Archief.
Reflectiebijeenkomst op 25 juni
Na de informatieavond van 4 juni was er op dinsdag 25 juni weer een bijeenkomst. Dit was een reflectiebijeenkomst met het ministerie van Justitie en Veiligheid en met organisaties die opkomen voor de belangen van geadopteerden (belangenorganisaties). Ditmaal ging het over de overdracht van de dossiers en het afbouwen van interlandelijke adoptie. De belangenorganisaties konden hun gedachten, kritische vragen en zorgen delen rondom de thema’s. INEA was hierbij aanwezig.
Tijdens deze reflectiesessie werd besproken hoe de dossiers naar het Nationaal Archief gaan en hoe ervoor gezorgd wordt dat de dossiers bij overgang compleet blijven. Met de verschillende partijen, waaronder Raad voor de Kinderbescherming (voor jaren na 1969), vergunninghoudersVergunninghouders zijn de organisaties die een vergunning hebben van het ministerie van Justitie en Veiligheid om te bemiddelen bij interlandelijke adoptie. (inclusief dossiers die reeds bij hen zijn ondergebracht vanuit oud vergunninghouders) en bemiddelaars, de Centrale Autoriteit en Fiom, zijn de eerste stappen voor deze overdracht – de zogenaamde schouw- gezet.
De belangenorganisaties stelden vragen zoals: Hoe zorgen we ervoor dat ook de informatie uit het land van herkomst in de dossiers komt? Dit is belangrijk, ook met het oog op de stoppende vergunninghouders. Hierbij moet realistisch gekeken worden naar de mogelijkheden en bevoegdheden die Nederlandse organisaties hierin wel of niet hebben.
Bij het tweede onderwerp, de afbouw van adoptie, werd vooral ingegaan op de aandacht die nodig is voor het zorgvuldig omgaan met de afbouw en de daarin nog 500 lopende procedures. Het is belangrijk om deze zorgvuldig af te ronden en duidelijkheid te geven over de afbouw. Daarbij werd ook besproken hoe de nazorg geregeld wordt als de vergunninghouders stoppen.
De belangenorganisaties benadrukten dat er rekening moet worden houden met de belangen van (de relatie tot) de eerste ouders. Een belangrijk punt dat meerdere malen werd genoemd waren de ondersteuningsbehoeften van de geadopteerden, waarvoor al langere tijd wordt gepleit. Het ministerie van Justitie en Veiligheid gaf aan dat er een aparte bijeenkomst komt over dit onderwerp. In aanloop van de hernieuwde wetgevingen ten aanzien van de moties zullen geadopteerden ook opnieuw uitgenodigd worden, alsook voor de herziening van de WOBKA.
Update 4 juli 2024
Het artikel is geüpdatet om feitelijke onjuistheden te corrigeren.