Het begrip ‘etniciteit’ is één van de hokjes die we gebruiken om mensen in groepen in te delen. We gebruiken het begrip om de verschillen tussen mensen te zien en uit te leggen. Etniciteit kan gaan over jouw achtergrond en waar je familie vandaan komt. Het kan ook gaan over de nationaliteit, taal, geschiedenis en religie die je deelt met andere mensen. Waar het precies over gaat kan verschillen per land.
Een voorbeeld is de Nederlandse etniciteit. Die bestaat uit mensen met een gedeelde Nederlandse nationale afkomst en geschiedenis. Zij spreken de Nederlandse taal en delen bepaalde gewoontes en gebruiken die uniek zijn voor Nederland. Etniciteit gaat altijd over een relatie tot anderen. Door contact met anderen ontdek je wie je bent. Je hebt anderen nodig om verschillen te zien. Etniciteit bestaat dus niet zonder anderen. Het gaat over het gevoel bij een groep te horen en of de groep ook vindt dat je erbij hoort.
Stel je bent geadopteerd uit Brazilië. Voor jouw gevoel hoor je bij de Braziliaanse etniciteit. Bezoek je Brazilië? Dan kan het zijn dat de inwoners van het land jou niet als Braziliaans zien. Je spreekt misschien niet de taal en bent niet op de hoogte van alle culturele gebruiken.8
Het adopteren van een kind met een andere huidskleur dan de adoptiefamilie noemen we transraciale adoptie of interraciale adoptie. Hierdoor kun je in uiterlijk of innerlijk erg verschillen van je adoptieoudersIn het Nederlands gebruiken we veel verschillende woorden voor ouders na afstand en adoptie. Iedereen gebruikt eigen woorden voor deze relaties en geeft een eigen betekenis aan deze woorden. Dat betekent dat twee personen hetzelfde woord op een andere manier kunnen interpreteren en gebruiken. Ook kunnen verschillende woorden, verschillende emoties oproepen. Dat betekent dat hetzelfde woord voor twee mensen anders kan voelen. Via een vragenlijst onderzocht INEA welke woorden we als expertisecentrum interlandelijke adoptie in wording het beste kunnen gebruiken. De uitkomst hiervan helpt ons om bepaalde woorden te kiezen. We zijn ons ervan bewust dat elk woord dat we uiteindelijk kiezen voor iedereen persoonlijk voordelen en nadelen kan hebben. We volgen als INEA de huidige maatschappelijke en wetenschappelijke discussie rondom het gebruik van taal met veel aandacht en blijven ons taalgebruik, in samenspraak met de Redactieraad en de Adviesraad, evalueren en waar nodig aanpassen.. Dit kan je identiteitsontwikkeling moeilijker maken.
Stel je bent geadopteerd uit Zuid-Afrika en hebt een donkere huidskleur. Je groeit op in een Nederlands adoptiegezin met een witte huidskleur. Je ouders weten dan misschien niet hoe het is om gediscrimineerd te worden vanwege je huidskleur.