Wetten zijn de basis van ons juridisch systeem en spelen een belangrijke rol in onze samenleving. Maar hoe komt een wet eigenlijk tot stand? Het proces van wetgeving is ingewikkeld en bestaat uit verschillende stappen en betrokken partijen. Dit artikel legt uit hoe een wet ontstaat, vanaf het eerste idee tot aan de uiteindelijke goedkeuring. Je leert welke personen en groepen betrokken zijn bij het maken van een wet en hoe ze samenwerken om een wetsvoorstel te maken. Daarnaast gaat het in op wat het parlement, de regering en andere belangrijke personen in dit proces doen. Door te begrijpen hoe wetten worden gemaakt, kun je beter snappen hoe ons juridisch systeem werkt en hoe onze samenleving wordt georganiseerd.
De regering maakt wetten in samenwerking met de Eerste en Tweede Kamer. Samen zijn zij de wetgevende macht. De regering bestaat uit de koning en zijn ministers. De Tweede Kamer bestaat uit 150 volksvertegenwoordigers, welke om de vier jaar door ons (de bevolking) worden herkozen. De Eerste Kamer bestaat uit 75 senatoren, welke worden verkozen door de provinciale staten.
De totstandkoming van een wet
Er zijn 8 hoofdstappen waarin een wet tot stand komt:
- Voorbereiding wetsvoorstel op ministerie;
- Wetsvoorstel wordt besproken in de ministerraad;
- Raad van State komt met advies;
- Voorstel wordt behandeld in de Tweede Kamer;
- Er wordt gestemd in de Tweede Kamer;
- En vervolgens wordt over het voorstel gestemd in de Eerste Kamer;
- De Koning en de minister ondertekenen het voorstel;
- De wet treedt in werking na publicatie.
Deze stappen worden hieronder stap voor stap uitgelegd.
Een wet begint met een wetsvoorstel. Als ministers of staatssecretarissen iets wettelijk willen regelen, geven zij hun ambtenaren opdracht om een wetsvoorstel te maken. Ambtenaren zijn mensen die werken voor de overheid. Zij betrekken hierbij partijen voor wie het voorstel van belang is. Ook schrijven ze een Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel. Hierin staat het hoe en waarom van het wetsvoorstel. Verder vragen de ambtenaren advies aan belanghebbende partijen, zoals een expertisecentrum op een bepaald gebied. Daarna gaat het voorstel naar het ambtelijk voorportaal, een overleg van hoge ambtenaren. Na het ambtelijk voorportaal komt het wetsvoorstel in de onderraad, een overleg van inhoudelijk betrokken ministers. Tijdens de ambtelijke voorbereiding is het wetsvoorstel niet openbaar.
Na de onderraad volgt een bespreking in de ministerraad met alle ministers. Is de ministerraad akkoord met het wetsvoorstel? Dan gaat de tekst voor advies naar de Raad van State. Ook nu is het voorstel niet openbaar.
De Raad van State adviseert over alle wetsvoorstellen die naar de Tweede en Eerste Kamer gaan. Zolang het wetsvoorstel bij de Raad van State ligt, is deze geheim.
De taak van de Raad van State is om te bekijken of het wetsvoorstel uit te voeren is en of het wetsvoorstel niet in strijd is met de Grondwet. Het eindoordeel van de Raad van State heet het dictum. Bij een negatief dictum moet het wetsvoorstel opnieuw naar de ministerraad (stap 2). Wel belangrijk is dat het advies van de Raad van State niet bindend is. De betrokken minister moet laten weten hoe hij het advies verwerkt in het wetsvoorstel. Dit vermeldt hij in het zogenaamde nader rapport.
Na het advies van Raad van State gaat het voorstel naar de Tweede Kamer. Vanaf nu is het wetsvoorstel openbaar en dus voor iedereen in te zien.
Nadat het voorstel is behandeld in de Tweede Kamer, wordt er gestemd. Bij een meerderheid (dus minimaal 75 stemmen) is het wetsvoorstel aangenomen.
Zodra de Tweede Kamer een wetsvoorstel heeft goedgekeurd, gaat de Eerste Kamer ermee aan de slag. Hun taak is om het wetsvoorstel te controleren, bijvoorbeeld of het in overeenstemming is met onze Grondwet en Europese wetten. De Eerste Kamer kan ervoor kiezen om het voorstel goed te keuren of af te wijzen. Als ze het afwijzen (verwerping), kan de Tweede Kamer het voorstel opnieuw bespreken en moet het proces vanaf stap 4 opnieuw worden doorlopen.
Hebben de Tweede en Eerste Kamer een wetsvoorstel aangenomen? Dan ondertekenen de Koning en de verantwoordelijke minister de wettekst.
De wet is klaar en zal na publicatie in het Staatsblad ingaan. Het kan zijn dat de wet nog niet meteen ingaat, omdat er een datum voor ingang in de wet is opgenomen. Bijvoorbeeld de wet gaat in op 1 januari van het volgende jaar.
Lees in het artikel ‘Wetsherziening: wat is het en hoe verloopt zo een proces‘ hoe een wet gewijzigd kan worden.