DNA en DNA-databanken zijn belangrijke hulpmiddelen voor geadopteerden die op zoek zijn naar hun biologische familie. Maar al die technische termen en begrippen kunnen behoorlijk verwarrend zijn. Daarom hebben we een vraagbaak opgesteld waarin we de belangrijkste woorden en termen uitleggen. Veel geadopteerden vinden het moeilijk om hun DNA-resultaten te begrijpen. Met deze vraagbaak willen we het voor jou makkelijker maken om te begrijpen wat je ziet. Hieronder vind je uitleg over veelgebruikte termen in de wereld van DNA en DNA-databanken. Zo kun je beter begrijpen wat jouw DNA-resultaten betekenen.
Veelgestelde vragen rondom DNA
DNA is de afkorting voor desoxyribonucleïnezuur. Â
DNA bevat veel informatie en is de belangrijkste drager van jouw erfelijk materiaal. DNA is opgebouwd uit vier verschillende bouwstenen: A-denine, C-cytosine, G-Guamine en T-Thymine. De volgorde van deze bouwstenen vormt jouw unieke genetische code1.Â
Autosomaal DNA is DNA dat jij overerft van de autosomale chromosomen. Bij dit soort DNA wordt het aantal overeenkomstige stukjes DNA uitgedrukt in centiMorgans (cM).
Mitochondriaal DNA’(MtDNA) wordt overgedragen van moeder op kind (XX). Een moeder draagt dit DNA over op haar zoon en dochter. Beide erven zij een X chromosoom van de moeder.
Y-chromosomaal DNA wordt uitsluitend doorgegeven van vader op zoon. Een DNA-profiel met Y-chromosomale kenmerken is bruikbaar bij DNA-verwantschap, vergelijkend DNA-onderzoek en bij uiterlijk waarneembare persoonskenmerken.
X-chromosomaal DNA wordt doorgegeven van moeder op kind en van vader op dochter. Het X-chromosoom blijft constant over meerdere generaties. Zou je een genealogisch (stamboom) onderzoek willen uitvoeren, dan kun je ervoor kiezen een X-chromosoom test uit laten voeren om familiebanden van meerdere generaties terug ofwel aan te tonen of uit te sluiten.
De standaard test die wordt aangeboden in de DNA-databanken is een autosomale test. Daarnaast kun je er ook voor kiezen om een Y-DNA, X-DNA of mitochondriale DNA test te laten afnemen. Over het algemeen bieden deze testen nauwelijks extra informatie boven op een autosomale test2. Â
Chromosomen zijn stukjes DNA die in iedere cel van jouw lichaam voorkomen. Ieder mens bevat, tenzij er sprake is van een aandoening, 46 chromosomen die verdeeld zijn over 23 paren. De helft van jouw chromosomen erf je van je moeder en de andere helft van je vader. Daarnaast erf je een geslachtschromosoom. Het geslachtshormoon van mannen is XY en van vrouwen XX. Chromosomen bevatten genen die samen jouw unieke erfelijke eigenschappen bepalen.Â
De verzameling van alle chromosomen samen heet het genoom. Het genoom is een naam voor de verzameling van alle genen. Ons gehele genoom bestaat uit ongeveer 20.000 genen en bevat al jouw genetische informatie. Elke cel in ons lichaam draagt een kopie van dit genoom, dat essentieel is voor het bepalen van onze erfelijke eigenschappen.
Jouw DNA bevat codes. Deze codes worden gevormd door de eerder genoemde DNA letters A, C, G en T. In deze codes, ook wel genen genoemd, worden jouw erfelijke eigenschappen vastgesteld. Genen bevatten informatie over onder meer jouw uiterlijk en gedrag. Een nieuw gen kan op verschillende manieren ontstaan, zoals door gen-duplicatie gevolgd door mutatie, of door het samenvoegen van delen van bestaande genen, wat resulteert in nieuwe combinaties.
RNA staat voor ribonucleïnezuur en is opgebouwd uit de nucleotiden A, C, G en U. RNA speelt een belangrijke rol in de eiwitsynthese en is meestal enkelstrengs. Het verschil tussen RNA en DNA is de opbouw van nucleotiden. DNA bevat de nucleotiden A,C,G en T waar RNA geen T (Thymine) bevat. Daarnaast is DNA dubbelstrengs en RNA veelal niet. Verder is de DNA-cel opgebouwd uit een constante hoeveelheid DNA. RNA daarentegen wordt doorlopend opnieuw aangemaakt en weer afgebroken. Jouw erfelijke eigenschappen liggen opgesloten in DNA. RNA zorgt ervoor dat jouw eigenschappen tot uiting komen. 3Â
Nucleotiden zijn de bouwstenen waaruit jouw DNA- en RNA-moleculen zijn opgebouwd. Jouw erfelijke informatie ligt besloten in de volgorde van de nucleotiden in die moleculen. Een nucleotide bestaat uit drie onderdelen: een stikstofbase, een suikergroep en één of meer fosfaatgroepen.Â
De lengte van het DNA wordt aangegeven in centimorgan (cM). Dit is een eenheid net als ‘centimeter’ en geeft aan hoeveel van jou DNA hetzelfde is als dat van iemand die met jou een voorouder deelt. Hoe minder cM je deelt met iemand, hoe meer generaties terug je moet gaan om een gezamenlijke voorouder te vinden4. Â
Dit is het gedeelte van het DNA dat identiek is tussen twee personen. Hoe langer het gedeelde DNA-segment, hoe groter de verwantschap is en hoe hoger de kans is om een gemeenschappelijke voorouder te vinden. DNA-segmenten kunnen worden gevonden op alle 22 autosomale chromosomen. Â
Een genetisch polymorfisme of SNP (uitgesproken als SNIP) wordt gebruikt bij het bepalen van bloedverwantschap en is een variatie in het DNA van een enkele nucleotide lang. Deze variatie bestaat uit een verandering van een nucleotide naar een andere nucleotide binnen het genoom. Deze verandering komt tot uiting wanneer de DNA-volgorde op een specifieke plek op het chromosoom een andere nucleotide aanneemt.Â
Genoomwijde associatiestudies of GWAS (Genome-Wide Association Studies) is een benadering die in genetisch onderzoek wordt gebruikt om specifieke genetische variaties (SNP’s) in verband te brengen met bepaalde ziekten of aandoeningen.
Bronvermelding
1 Deoxyribonucleic Acid (DNA) (genome.gov)
2 3303-gebruik-internationale-dna-databanken-volledige-tekst.pdf
3 DNA and RNA | Computational Medicine Center at Thomas Jefferson University
4 Wat is DNA? | Fiom
Contact
Mis je een woord of definitie en wil je deze opgenomen hebben in de DNA-Vraagbaak? Of heb je een vraag naar aanleiding van deze Vraagbaak? Neem dan contact met ons op.